Jongeren in Doesburg die een delict plegen onder invloed van alcohol krijgen een aanbod voor een speciaal leertraject. Ook hun ouders worden nadrukkelijk betrokken het project. Het gaat hierbij om het project Boete of Kanskaart dat naast Doesburg ook ingevoerd wordt in Arnhem, Renkum, Rheden en Rozendaal.
De Boete of Kanskaart richt zich op jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Als jongeren uit deze doelgroep zich onder invloed van alcohol schuldig maken aan strafbare feiten, verwijst de politie ze door naar Halt Gelderland. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om openbare dronkenschap of vandalisme.
Onder begeleiding van IrisZorg volgen de jongeren een leertraject. Zij krijgen hiermee inzicht in hun alcoholgebruik en in de effecten op hun gezondheid en gedrag. Zij moeten een besluit nemen over hun toekomstige alcoholgebruik en dit besluit kunnen motiveren.
Afhankelijk van de zwaarte van het delict legt Halt Gelderland naast het leertraject ook een werkstraf op. Wie niet mee wil werken aan het leertraject of het traject niet succesvol afrondt, krijgt van justitie een strafverhoging opgelegd.
Ook de ouders van de jongeren worden nadrukkelijk betrokken. Uit onderzoek blijkt dat hun rol cruciaal is: goed voorbeeld doet goed voorbeeld volgen.
Een geldboete heeft doorgaans niet het gewenste effect, zo laat de gemeente Doesburg weten in een persbericht. Door de invloeden van alcohol op gedrag en ontwikkeling te laten zien, is het de bedoeling om jongeren aan het denken te zetten.
De Boete of Kanskaart is onderdeel van het project Jeugd en alcohol. Het belangrijkste doel van dit project is om het alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar tegen te gaan. Het verminderen van alcoholgebruik levert ook een belangrijke bijdrage aan het verminderen van overlast door jongeren op straat.
De gemeenten werken intensief samen met deskundige partners: IrisZorg, Halt Gelderland, het Openbaar Ministerie, Politie Gelderland Midden, Veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland-Midden en de provincie Gelderland. Het project loopt tot 2012, en komt voort uit het regionaal volksgezondheidsbeleid.