Een groep bezorgde Doesburgers heeft een aanbevelingsbrief opgesteld om te wijzen op de gevolgen van de huidige vergrijzing in Doesburg. De brief is vanochtend overhandigd aan burgemeester Kees Luesink. In de brief wordt de politiek opgeroepen meer stil te staan bij dit onderwerp.
Als eerste burger en burgervader van Doesburg kreeg Kees Luesink vanochtend een document overhandigd. Dit document is een bundeling van artikelen over de gevolgen van vergrijzing die de laatste tijd zijn gepubliceerd. Daarnaast is een aanbevelingsbrief overhandigd.
Kern van deze brief is een dringend beroep op maatschappelijke organisaties in Doesburg om in eigen kring het gesprek aan te gaan over vragen als: ”in welke samenleving willen wij leven?” en “wat kunnen we daar zelf en als leden onderling aan doen?”.
In de aanbevelingsbrief wordt, met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen in maart volgend jaar, een bijzonder appèl gedaan op de politieke partijen in Doesburg.
‘We willen de Doesburgse samenleving bewust maken van de gevolgen die de huidige vergrijzing en ontgroening hebben voor de betaalbaarheid van ons zorgstelsel. De eerste gevolgen worden al zichtbaar in de vorm van een reeks forse bezuinigingen in de zorg. En dat is nog maar het begin’, aldus Doesburger Ben Kruk namens de initiatiefgroep.
In moeilijke tijden worden vaak mooie woorden gesproken over sterkste schouders en kwetsbare burgers. Het moet niet blijven bij woorden alleen. Daarom is dit burgerinitiatief van groot belang en zeer prijzenswaardig. Het doet mij als democraat goed dat we samen de ernst van het probleem vaststellen en samen naar oplossingen zoeken. Ook in de Doesburgse politiek is dat besef groeiende. Een aantal partijen vindt dat zonder bijbedoelingen van electoraal gewin, gezocht moet worden naar samenwerking en breed draagvlak. Dat belooft veel goeds. We broeien (als de temperatuur dat toelaat) erover in de zomer en zullen daarna samen in alle openheid met gezamenlijke ideeën en plannen de dialoog aangaan met iedereen die ook inziet, dat hier een gedegen wijziging van denken nodig is om kwaliteit van leven voor iedereen te borgen.
Burgerkracht, samenredzaamheid, burenhulp, informele zorg, de kranten, beleidsplannen en vaktijdschriften staan er vol mee. Het is duidelijk; de burgers moeten zichzelf redden en elkaar gaan helpen, de overheid kan het niet meer opbrengen en zal zich steeds meer terugtrekken uit zorg en welzijn. Wie zijn al die burgers die het gat dat de overheid laat vallen in zorg en welzijn moeten opvullen.
Nederlanders kiezen niet voor een terug tredende overheid, wel voor actievere burgers. Het is dus maar de vraag of burgers zich willen inspannen om de doelstellingen van de overheid uit te voeren wanneer zij vinden dat die overheid dat zelf hoort te doen.
Als de overheid zich terugtrekt van bepaalde verantwoordelijkheden kan niet worden verwacht dat die verantwoordelijkheden ook worden opgepakt door de burgers”, concludeert Hooijmans in haar onderzoek. Burgers hebben zo hun eigen ideeën over de inzet van hun betrokkenheid en beperkte tijd.
Willen we slagen in deze noodzakelijk cultuuromslag dan kunnen we beter naar hun signalen luisteren in plaats van door te gaan met de overheidsopvoeding tot eigen verantwoordelijkheid en samenredzaamheid.
Tot slot: in hoe ver wil de burger het falende overheidsbeleid steunen.