De Vereniging van Nederlandse Gemeenten legt op 8 juni het bestuursakkoord 2011-2015 tussen onder andere VNG en het Rijk aan gemeenten voor. Gemeenten zullen te maken krijgen met een deel van de bezuinigingen van de Rijksoverheid en vooral mensen met een arbeidshandicap zullen deze rekening gaan betalen, stelt volgens FNV Lokaal Doesburg het bestuursakkoord. FNV Lokaal Doesburg vindt dit onacceptabel en roept de gemeente op om tegen het akkoord te stemmen.
‘Bezuinigingen, als gevolg van het falen van de bankensector, mogen niet worden afgewenteld op mensen met een arbeidshandicap’, laat Frans van der Krul van FNV Lokaal Doesburg weten.
Een belangrijk onderdeel van het akkoord is dat gemeenten verantwoordelijk worden voor de nieuwe wet “ Werken naar Vermogen” die een samenvoeging is van de huidige bijstandswet (WWB), de Wajong en de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Tegelijkertijd worden gemeenten belast met de bezuinigingen, want de middelen voor re-integratie worden gehalveerd. Gemeenten moeten dus meer doen met minder geld, stelt FNV Lokaal Doesburg.
Van der Krul: ‘Het kabinet gaat ervan uit dat meer mensen met een arbeidshandicap eigenlijk wel aan het werk kunnen op de reguliere arbeidsmarkt. Dat, terwijl uit ervaringen uit de sector blijkt dat het maar spaarzaam lukt om arbeidsgehandicapten bij een werkgever onder te brengen. Het kabinet neemt hiervoor geen verantwoordelijkheid maar legt het risico dat voor mensen met een arbeidshandicap geen werk te vinden is, volledig bij de gemeenten neer’.
Doordat de armoede toeneemt, zal de druk op aanvullende voorzieningen als de schuldhulpverlening, bijzondere bijstand, armoedebestrijding en de maatschappelijke ondersteuning (WMO) ook nog eens toenemen. En dat allemaal op de kosten van onze gemeente, meent FNV Lokaal Doesburg.
FNV Lokaal Doesburg roept de gemeente Doesburg dan ook op om tegen het bestuursakkoord te stemmen. Van der Krul: ‘Laat als gemeente uw sociale gezicht zien en kom op voor de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het gaat niet om het geld, maar om de mensen’.