Tijdens de maand van de geschiedenis, op de Gelderse museumdag, presenteerde Doesburg zich voor het eerst onder de noemer DoMus, Doesburg Museumstad. Er was alom tevredenheid over deze eerste editie, die naar alle waarschijnlijkheid de komende jaren een vervolg krijgt, zo laat de organisatie weten.
Volgens de organisatie van DoMus zelf, een groep Doesburgers die acteert als HetHuisDoesburg, is DoMus in feite niet veel meer dan het een gezamenlijke presentatie van de bestaande museuminfrastructuur van de stad. Dat er wel wat meer aan de hand is blijkt echter uit de bezoekerscijfers. Met weinig meer dan een heleboel enthousiasme en de medewerking van een groep vrijwilligers en de respectievelijke musea bleek Doesburg er op 19 oktober een trekpleister bij te hebben.
Uit voorzichtige schattingen blijkt dat alleen al op de verzamelingen-presentatie in de Martinikerk rond de 500 geïnteresseerden afkwamen. De virtuele presentatie in de Raadskelder ontving een kleine 150 bezoekers, en de Museumtuin 200, terwijl er dat op een gewone zaterdag 5 zijn. Het kleine (huis)museum op De Bleek trok 12 bezoekers, het huismuseum in de Windmolenstraat ruim 50, en drukkerij De Arend ruim 50. Musuem Lalique trok ongeveer 100 bezoekers.
Van de andere musea en locaties zijn op dit moment nog geen cijfers bekend. Onder de bezoekers waren veel Doesburgers, maar aan de Houbigant-prijsvraag bijvoorbeeld deden deelnemers mee uit Hazerswoude, Geldrop en Heelsum.
Een van de verzamelingen in de Martinikerk was van mevrouw Wil de Kleijn. Zij verzamelt voorwerpen die te maken hebben met het Franse parfumeriehuis Houbigant. Aan een van die voorwerpen, het Houbigant-borduurwerk, was een prijsvraag verbonden. Bezoekers konden een schatting maken van het aantal kruisjes in het borduurwerk. Die schattingen liepen uiteen van 5400 tot 3.000.000.
Niek van den Berg uit Doesburg benaderde met zijn schatting van 65.000 kruisjes de werkelijkheid het dichtst. Het borduurwerk telt er namelijk 60.000. Niek won met zijn deelname een parfumbon ter waarde van 25 euro, die hij inmiddels heeft ontvangen uit handen van de verzamelaar, Wil de Kleijn.