Van 10 tot 18 oktober is er de week van de pleegzorg. Nog altijd wordt een pleeggezin gezien als het beste alternatief voor kinderen die niet bij hun eigen ouders kunnen opgroeien. En nog altijd zijn er te weinig gezinnen. DoesburgDirect.nl portretteert vier Doesburgse pleeggezinnen. Vandaag het verhaal van Annie van Ipkens en Wouter Severein.
“Veel mensen denk dat je jong moet zijn om pleegouder te worden”, zegt pleegvader Wouter (56) aan het eind van het gesprek, “maar dat is nergens voor nodig. Het is juist wel fijn om te doen als je wat ouder bent. Je relativeert meer.”
Voor Annie en Wouter begon pleegzorg toen hun eigen kinderen groter werden. “Ze hadden ons niet meer zo hard nodig. Daarbij kon het nu omdat Wouter niet langer onregelmatig werkte als kok”, zegt Annie. Helemaal uit de lucht gegrepen was hun keuze niet want Wouter heeft zelf als jongen een aantal jaren in een internaat in Hummelo gezeten.
Stabiele basis
“Mijn vader was overleden en mijn moeder stond er alleen voor. De jaren “60. Naschoolse opvang bestond niet. Van mijn achtste tot mijn dertiende heb ik met 16 jongens in dat tehuis gewoond. Twee ouderen hadden de zorg over ons. Ik kijk er met een goed gevoel op terug. Op mijn dertiende, toen ik naar de middelbare school ging, ging ik weer thuis wonen.”
“Als Wouter kookte, was er altijd te veel eten”, zegt Annie. “We hadden best een extra mond kunnen voeden”, grapten ze dan. Drie jaar geleden, meldden ze zich aan als pleegouder. Annie: “We kozen voor crisisopvang. Noodopvang die maximaal 3 maanden duurt.” In theorie dan want de praktijk is weerbarstiger.
“De afwisseling sprak ons aan en we waren bang dat we ons anders te veel aan zo’n kind zouden hechten. Nu proberen we een stabiele basis te geven zodat ze uiteindelijk weer verder kunnen.”
Verder is meestal terug naar huis. Net als bij Wouter destijds. “Ons eerste kind was een Turks jongetje. Zes jaar oud. Hij kwam onder politiebegeleiding. Zo van huis opgepikt. Vader zou moeder naar het leven staan. Drie weken later waren vader en moeder weer samen. Kwamen ze met een bosje bloemen om ons te bedanken en namen hun zoon weer mee naar huis.”
Ieder moment een leermoment
Er volgde een meisje van twaalf. “Haar alleenstaande moeder kon haar niet aan.” We hebben veel van haar geleerd”, lacht Wouter. “Ieder moment was een leermoment. Ik geloof dat ze wel 40 lekke banden had in de tijd dat ze bij ons woonde. Wilde absoluut niet naar de middelbare school fietsen. Dit was haar oplossing.”
Waar ze het voor doen? Ze denken even na. “Ik vind het fijn dat je een kind helpt en dat het weer naar huis kan”, zegt Annie. Het geeft voldoening als je dat hebt bereikt.”
Maar pleegzorg is niet altijd makkelijk erkennen ze. Wouter: “Ik hoorde ooit iemand zeggen: ‘pleegzorg is een plastic zakje met wat schamele bezittingen waar een kind aan vast zit.’ En dat is soms ook zo. Maar ook qua informatie ervaar ik dat soms. Dan denk ik wat krijgen we weinig informatie over dit kind.
Je moet voortdurend van alles uitvinden, terwijl er toch echt dossiers over een kind zijn. Instanties werken langs elkaar heen. En dat is lastig op het moment dat jij denkt: er is iets met dit kind. Dit kind heeft meer hulp nodig dan ik kan bieden. Het duurt dan lang voordat zo’n trage ambtelijke molen in werking wordt gezet.”
Onthechte kinderen, opstandige kinderen, kleine macho’s. Ze kwamen allemaal voorbij. “Ieder kind is weer anders. Je kunt niet zeggen: nu ga ik het zo aanpakken, want ieder kind heeft weer zijn eigen regels nodig. Dat maakt het boeiend en uitdagend.”
Maandje pauze
Wat ze lastig vinden is dat pleegzorg het liefst heeft dat kinderen dichtbij het ouderlijk huis worden opgevangen, zodat kinderen en hun vriendjes en hun school behouden. “We snappen het uitgangspunt wel. Maar het is niet makkelijk als de biologische ouders van over de heg meekijken.” Overigens komen de meeste kinderen die we opvangen van verder: Arnhem of Westervoort.
Met de meeste ouders van de kinderen hebben ze goed contact. Annie: “we nodigen ze ook altijd binnen uit als ze kinderen komen halen of brengen, maar soms kunnen ouders zich ineens tegen je keren. Laten ze zich meeslepen door hun partner die ineens weer opduikt. En dat is best moeilijk als je je best voor de kinderen doet.”
De meeste kinderen bleven langer dan de 3 maanden die er voor staan. Tien maanden is niet ongebruikelijk. Hun huidige pleegzoon gaat volgende week ook weer weg. Dan nemen ze even een maandje pauze.
“Grappig als je er over nadenkt, vangen we veel kinderen van alleenstaande moeders op”, zegt Wouter. Net als ikzelf was destijds.”
Zie ook:
Eerder verscheen in deze serie: Een baby in de pleegzorg
Informatie over pleegzorg in Doesburg
Annie en Wouter : Goed verhaal ! Bijzondere mensen.
Heel mooi wat jullie doen,lijkt me echt heel zwaar.