Het voortijdig schoolverlaten in Doesburg is tussen 2006 en 2012 met ruim 25 procent afgenomen. Dat blijkt uit onderzoek van het ministerie van Onderwijs naar het voortijdig schoolverlaten in de regio Achterhoek. De gemiddelde daling in de Achterhoek over deze periode is ruim 13 procent. Daarmee scoort de gemeente Doesburg dus zeer goed, zo laat de gemeente weten.
Wethouder Bouman is positief over deze ontwikkeling. ‘Steeds meer leerlingen gaan van school met een startkwalificatie. Dat is belangrijk voor het vinden van een baan. We blijven als gemeente investeren om kansen te creëren voor jongeren op de arbeidsmarkt. Daar hoort het nog verder terugdringen van vroegtijdig schoolverlaten ook bij. We zijn dus nog niet klaar.’
Landelijk gezien is het aantal voortijdig schoolverlaters vorig jaar gedaald met zo’n 6 procent. Vooral scholen in het middelbaar beroepsonderwijs wisten veel voortgang te boeken. Het kabinet wil het aantal voortijdig schoolverlaters in 2016 terugdringen tot maximaal 25.000. In het schooljaar 2011/2012 was het aantal voortijdig schoolverlaters ruim 36.000.
Het is belangrijk dat meer jongeren met een startkwalificatie de arbeidsmarkt betreden. Een diploma vergroot de kans op het vinden van passend werk. De kans dat een jongere werkloos blijft, wordt daarmee dus kleiner.
Dat steeds meer leerlingen van school gaan met een startkwalificatie is zeker zeer positief, maar veel jongeren worden opgeleid voor banen die er niet zijn, stelt FNV Jong.
Roc’s houden hier te weinig rekening mee.
Uit onderzoek van FNV Jong blijkt dat veel leerlingen een beroepsopleiding hebben gevolgd waar op de arbeidsmarkt helemaal geen vraag naar is. De bond heeft hiervoor gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het ministerie van Onderwijs en Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) naast elkaar gelegd.
Om jongeren een betere voorlichting te geven, krijgen roc-opleidingen volgend jaar een studie- en arbeidsmarktbijsluiter. FNV Jong voorzitter Dennis Wiersma: ‘Geen glossy’s en mooie verkooppraatjes meer. Helaas wordt die bijsluiter nog maar mondjesmaat ingevoerd.’