In streekmuseum De Roode Tooren in Doesburg is een tentoonstelling ‘Kastelen en adellijke huizen langs IJssel en Oude IJssel’ te zien. De tentoonstelling is tot 1 maart 2015 te bezichtigen. De Roode Tooren is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.30 uur, zaterdag en zondag van 13.30 tot 16.30 uur. Het museum is gratis toegankelijk en is te vinden op Roggestraat 9-11-13 te Doesburg.
Langs de IJssel en Oude IJssel ligt een reeks van kastelen en adellijke huizen. Door hun bijzondere ligging en soms imposante uitstraling zijn ze mede beeldbepalend in het landschap van het IJsseldal en Oude IJsselgebied.
Vestiging langs de rivier bracht als voordeel met zich mee dat er geprofiteerd kon worden van de scheepvaart, van mogelijkheden tot visserij, in een enkel geval voor het innen van tolgelden en van de vruchtbare gronden langs de rivier. Daarnaast werden de grachten veelal gevoed met water uit de rivier. Al in het begin van de 15e eeuw was het veerrecht op een belangrijk deel van de IJssel in handen van de heer van Baer. Vaak waren ook de jaag- en lijnpaden in bezit van de adel langs de rivieren. Sommige huizen hadden ook een verdedigingsfunctie om zo de grenzen te bewaken. Met name de Oude IJssel fungeerde als grensrivier tussen het graafschap Zutphen en het hertogdom Kleef. Keppel speelde hierin een belangrijke rol. Ten tijde van het rampjaar 1672 was er zelfs landelijk een belangrijke rol voor Ulenpas en Keppel. Lodewijk XIV verbleef enkele dagen op de Ulenpas om vervolgens op Keppel de onderhandelingen te voeren met de Staten Generaal van Holland over de capitulatie. Op Lathum werd destijds gesproken over de overgave van Arnhem.
In de late middeleeuwen werden langs de IJssel en Oude IJssel diverse, deels nu nog bestaande kastelen en adellijke huizen gebouwd, zoals Lathum, Baer, Gysbeeck, Bingerden, Wielbergen, Kell, Hommeke, Luttik Enghuizen, Keppel, Barlham, Enghuizen, Ulenpas, Telling en Oldenhave.
Vanaf de 17/18de eeuw kreeg een deel van deze oude landgoederen en huizen steeds meer het karakter van buitenplaatsen voor welgestelden en werd de verdedigingsfunctie overbodig. Enkele huizen waren zelfs al verdwenen en herinneren via een boerderijnaam nog aan het adellijke verleden.
Sommige families zochten in roerige tijden of tijdens barre koude winters de beschutting van de steden. Ook in de historische vestingstad Doesburg zijn nog enkele van deze huizen van de adel bewaard gebleven. Met name de bewoners van Keppel, maar later ook van Wisch, verbleven regelmatig in het oude stadje. Ook deze huizen komen aan de orde.
De tentoonstelling geeft informatie over de geschiedenis van de diverse huizen en toont vele kaarten en afbeeldingen vanaf de 17e eeuw. De bekende landschapsfotograaf Fred van Daalen heeft alle objecten in de huidige tijd vastgelegd. Voorts zijn een aantal interessante bijzonderheden toegevoegd waaronder bijvoorbeeld over de excentrieke Vivian Brantsen van Wielbergen, de Napoleontische boerderijnamen in Hummelo (hierover is ook een speciale wandel-/fietsroute beschikbaar), de 18e eeuwse flora van de Ulenpas.
In het streekmuseum is tegen een speciale prijs het boekje “Adellijke huizen in het Richterambt Doesborgh”, geschreven door de bekende kastelenkenner Jan Harenberg, te koop voor Euro 3,- (64 pagina’s, geïllustreerd).
De tentoonstelling werd mogelijk gemaakt in het kader van het project IJsselID. IJsselID wil de identiteit van de IJsselvallei in kaart brengen. Want wat is het dat de IJssel tot de mooiste rivier van Nederland maakt? Is het haar geschiedenis, het uiterwaardenlandschap, de dijken, de steden en dorpen aan de oever? Of is het de cultuur, de mentaliteit van de mensen? IJsselID gaat op zoek naar die identiteit door het stimuleren van de ontwikkeling van vernieuwende streekproducten en culturele activiteiten.