Interview Martin Beijer: ‘Doesburg heeft niet één schat, maar is een hele schatkamer’

Glimmende pretoogjes turen continu rond. Terwijl hij praat, veel praat. Martin Beijer is een vrolijke prater met een missie: de economie van Doesburg bevorderen door het toerisme naar onze stad te stimuleren. In een vraaggesprek gaat de oud-directeur van Ubbink in op zijn rollen, zijn drijfveren en zijn doelen.

We spreken af op een tropische septemberdag. Op het terras van Stadshotel Doesburg komt een waterval aan woorden los. Soms afgewogen, dan weer los uit de pols en ronduit uitgesproken. De 70-jarige Doesburger, die toen hij 25 jaar was vanuit Dieren naar Doesburg kwam, speelt een belangrijke rol in het welzijn van onze lokale economie.

Waarom wil Martin Beijer Doesburg promoten?
‘Doesburg kan zonder toeristen de sjeu niet boven tafel houden. Winkels en horeca kunnen niet zonder toeristen. De stad heeft nu eenmaal toeristen nodig en het houdt mij van de straat. Ik vind het leuk om te doen, omdat er zoveel gepassioneerde Doesburgers zijn. Mijn moeder zei vroeger, toen we in Dieren woonden, altijd ‘het enige goede uit Doesburg zijn de Zuiderwind en de mosterd’. Maar één ding is duidelijk, ik ga hier nooit meer weg.’

Wat doe je aan promotie van Doesburg?
‘Ik zit in zes stichtingen, maar dat vind ik een beetje te weinig. Ben voorzitter van de Stichting Vestigingsstad. Voorzitter van Doesburgs Goed. Lid van bestuur van de Gasthuiskerk. Voorzitter van Duurzaam Doesburg. Betrokken bij Vitalisering Binnenstad. En voorzitter van Rotery, samen met Marcel Opgenoord. Laat één ding duidelijk zijn. Het gaat niet om mij, maar om het welzijn van de stad Doesburg.’

Hoe vind je dat Doesburg door de lokale overheid wordt gepromoot?
‘Ik was daar jaren geleden ontevreden over, maar zie nu een kentering. De gemeente gebruikte de kracht van de mensen van buiten uit te weinig. Nu zie ik dat ze opener worden. Ik zie gepassioneerde ambtenaren, en wethouders werken meer met een ziel. Daardoor worden gesprekken veel makkelijker.’

‘Sinds de nieuwe coalitiesamenstelling is de kentering gekomen. Ik wilde geld hebben voor het Kunstlab. Normaal gesproken krijg je dat geld niet, maar de toenmalige wethouder Westra zei ‘je krijgt 4000 euro’. Ik was zo blij als een kind met dit soort ondernemerschap vanuit het stadhuis. Ik was dan ook zeer verheugd op het aanstellen van een stadsmanager en niet te vergeten een stadspromotor. Geweldig dat Doesburg hier de meerwaarde van ziet.’

‘Mensen van buiten de politiek hebben waarschijnlijk meer invloed dan mensen in de politiek. Henk Westra zei letterlijk: duw er maar tegenaan. Ik zie bewegingen bij de politiek en de ambtenaren, en signaleer dat onze burgermoeder in deze fase prima past. Doesburg wil heel graag zelfstandig blijven, maar daar moet wel het een en ander voor gebeuren. Als wij met z’n allen in staat zijn om de stad voldoende voeding te geven om die zelfstandigheid te kunnen garanderen, dan wil ik daar graag aan meewerken. Daarom moeten we de economie stimuleren met het trekken van toeristen.’

Waar liggen kansen die nu nog niet worden benut?
‘Dan denk ik meteen aan de GTW-loods. Het moet nu echt gebeuren. Die loods moet een betaalbare bestemming krijgen. De plannen die er waren, waren echt fantastisch. Ik heb verschillende keren initiatiefnemer Hendrik van der Tol gesproken. Wat een gepassioneerde man. Geef mensen die passie hebben de ruimte. Meestal komt het dan goed. Alleen nu niet. Helaas.’

‘Het eerste plan was goed. Er zijn gesprekken gevoerd met toonaangevende merken die zeer geinteresseerd waren, echter de crisis gooide roet in het eten. De gemeente heeft de plannen omarmd. Achteraf kun je altijd zeggen dat het een verkeerde keuze is, maar dat vind ik niet.’

‘Nu zijn er drie partijen die binnenkort een presentatie geven aan B & W wat er met die loods moet gebeuren. Ik zou graag willen dat mijn grote vriend Rene van Doornum van Gasthuis de Soleil zich er kan vestigen. De GTW-loods moet voor de Doesburgers zijn. Er moeten activiteiten komen voor Doesburgers en die mensen aantrekken. De GTW-loods moet traffic genereren.’

‘Verder zijn er veel kansen met de Hoge en Lage Linie. Het plan Beleef de Linies dat vastgesteld is door de Gemeenteraad moet nu in haar volle omvang worden uitgevoerd. Wij Doesburgers en toeristen moeten de Linies kunnen gaan beleven. De Hoge Linie moet open en de Lage Linie moet je ontdoen van hondenpoep. De Linie was cultuur en is nu natuur. En het mooie is dat we straks beiden, cultuur en natuur, gaan invullen.’

‘De invulling van de Linies moet door middel van kunst. Ik wil dat we iets unieks creëren. Er bestaat bij mij weten geen landschapskunstpark in de wereld. Het zou uniek zijn als wij dat voor elkaar krijgen. In combinatie met het Lalique Museum kunnen we toeristen langer in de stad houden. Nu doe je als toerist Doesburg in een halve dag. Dan kan naar een hele dag.’

‘Belangrijk is dat we Doesburgers nu Hoge en Lage Linie-minded maken. Als stichting willen we draagvlak creëren onder de bevolking. We moeten eerlijk zijn en constateren dat de communicatie over de plannen beter had gekund. We hadden beter moeten uitleggen wat het idee is achter de uitkijktoren, die nu zoveel stof heeft doen opwaaien.’

‘De gemeenteraad heeft het plan vastgesteld en de uitkijktoren geeft een prachtig zicht op de vormen van de vestigingswallen. Ik vind het prima. Het heeft een mooie vorm. Ik luister soms liever naar de zwijgende meerderheid. Je moet de toren in het hele plan bekijken. En ja, er blijven altijd mensen die iets niet mooi vinden.’

‘Een andere kans is het Gildehof. Ik word er heel blij van dat dit unieke stukje Doesburg na zeven jaar in ere wordt hersteld. Ik zie de bussen met toeristen al terugkomen. Straks is er weer horeca, een terras en voldoende winkels om te bezoeken. Allemaal dankzij Harry Pols. Als Doesburgs Goed hebben we zijn businessplan omarmd om zo te kunnen werken aan ons doel: de economie bevorderen door toerisme.’

‘Als we het over toeristen en kansen hebben, dan wil ik graag de blunder benoemen dat de Aldi de binnenstad heeft verleden. Hierdoor komen Duitse gasten die op de campings verblijven minder vaak en snel in onze binnenstad. We moeten de campings meer verbinden met de stad. Daar moeten plannen voor komen. Misschien wel een boot-taxiverbinding van camping naar stad. Doesburg heeft niet een schat, het is één hele schatkamer.’

‘Tenslotte zie ik kansen op het gebied van evenementen. Nu is alles geconcentreerd in het voorjaar en de zomer. Maar alles wat we in de zomer verdienen, verdampt in de winter. Misschien kunnen we van Doesburg wel de winterstad van Nederland maken. Met twee of drie maanden lang kunstsneeuw in de binnenstad. Er zijn vast andere en betere ideeën, maar een tweede evenementenseizoen, naast de zomer, is belangrijk.’

Waar houdt Doesburgs Goed zich op dit moment mee bezig?
‘We haalden ons geld uit de passantenhaven, maar die is teruggegeven aan de gemeente om de combinatie ‘haven-GTW-loods’ te realiseren. Er komt geen geld meer binnen. In ons potje zit nog maar zo’n 15.000 euro. Wat we daarmee willen, is start-ups ondersteunen die de winkelstraat verfraaien en toerisme bevorderen. Doesburgs Goed is een stichting en kan subsidies krijgen en vormt daarmee een paraplu voor andere initiatieven. We hebben geen exit-strategie en blijven doorgaan om starters te helpen.’

Hoe zorgen we er voor dat toeristen langer blijven dan een middag of avondje?
‘Het gaat mij veel meer om het bestedingspatroon van de toerist. Toerisme dat de economie van de binnenstad niet stimuleert, daar heb je niets aan. Uit onderzoek blijkt dat boothouders per dag gemiddeld 37,50 euro uitgeven in de stad. Camperhouders 12,50 euro. Die nemen vaak hun eigen aardappelen mee. Het aantal boten die overnachten groeit sterk en het maken van de camperplaatsen is een geweldig succes.’

‘We moeten het ook niet alleen van de boten hebben. We moeten meer denken aan een permanente stroom van toeristen. Daarin kan het LaLique Museum een rol spelen, zeker in combinatie met kunst op de Hoge en Lage Linie. We moeten jongeren opvoeden oog te hebben voor kunst. Je hebt als stad immers ook een ontwikkelingsfunctie. Met onze stad kunnen we educatief vooruit. Ons Middeleeuwsstratenplan is uniek. Je moet doelgroepen definiëren en zorgdragen dat je elke doelgroep op de juiste manier gaat bedienen. Maar beide doelgroepen zijn natuurlijk meer dan welkom.’

Hoe kan de binnenstad voor ondernemers nog aantrekkelijker worden?
‘In de zomer moet de binnenstad worden afgesloten. Dan moet de binnenstad er ook voor worden ingericht. Je moet eveneens goed kijken naar je kernwinkelgebied. Het moet aantrekkelijk zijn met plantenbakken en toegankelijk zijn voor gehandicapten. Voor onze stadsmanager Jan Strating ligt hier een schone taak om alle ondernemers het voordeel hiervan in te laten zien en voor verbinding te zorgen. Hij moet ondernemers laten inzien dat een autovrije binnenstad zinvol is.’

Ontbreek er een winkel in Doesburg of is een winkelsoort ondervertegenwoordigd?
‘Een groentewinkel in de binnenstad zou fantastisch zijn, maar dan moet je wel naast Albert Heijn zitten vanwege de traffic. Supermarkten hebben alles, maar de kaas van Delikasa is veel beter en niet duurder. De speciaalzaken staan er goed op, al hebben ze baat bij traffic. Maar het belangrijkste is dat Doesburgers ook in Doesburg gaan kopen. Mensen gaan nu naar de Makro in Duiven om een tv te kopen, terwijl we een fantastische tv-zaak hebben. Als winkels weggaan, moeten we ons afvragen ‘hoe vaak zijn we zelf in die winkel geweest?’.’

‘Er moet een actie komen om Doesburgers meer in Doesburg te laten kopen. Ook daarvoor is de stadsmanager Jan Strating aangesteld. In dit kaer wil ik graag de naam van Herman Geereking noemen. Wat stopt hij met succes veel tijd in het opheffen van de leegstand in Doesburg. Dat er nog maar vier panden leegstaan is zijn directe verdienste.’

Vind je het horeca-aanbod divers genoeg?
‘Op dit moment wel. Als straks de Linie open is en we weten de combinatie met het LaLique Museum te maken, dan is er ruimte voor meer. Misschien wel voor een keuken op niveau. Een sterrestaurant kan positief zijn en aantrekkingskracht hebben voor de stad. Ik weet dat er destijds over is gesproken om in Het Arsenaal een topkok neer te zetten. Maar ook voor de horeca geldt dat Doesburgers er vaker voor moeten kiezen om in Doesburg te gaan eten.’

Waar staat Doesburg toeristisch gezien over vijf jaar? En wat is jouw rol dan als het gaat om promotie?
‘Mijn rol zal zijn, als men dat wil, de Hoge en Lage Linie doorontwikkelen. Dat moet 100.000 mensen extra per jaar kunnen opleveren. Vergeet niet dat Doesburg per jaar al zo’n 800.000 bezoekers trekt. Dat is al heel goed, maar kan nog beter. Verder hebben we misschien de kans op termijn als landart op de Linies gerealiseerd is verbinding te leggen met het Kroller Muller Museum. Laat Doesburg organisch verder groeien zoals het zich nu ontwikkelt. Want we wonen echt in de mooiste stad van deze mooie regio.’

Dit interview is de tweede uit een reeks met kopstukken op het gebied van economie en toerisme. Het eerste interview was met de nieuwe stadspromotor Niels Weijers.

Deze site wordt mede mogelijk gemaakt door de ‘Vrienden van DoesburgDirect.nl’. Dat zijn Xycleservice, PlusFitDoesburg, Rootz, CarConcept, Delikasa, Koenen Echte Bakker, TimeOut Events, LekkerszenZo, Restaurant De Liefde, Hillenaar Optiek, Gasthuiskerk Doesburg,  Stadshotel Doesburg en Edelsmederij Tobias.